Beste lezer,

Wi’j van SONT hebben tegere mit de Raod veur ‘t Limburgs een poze leden de volgende brief an de verschillende poletieke perti’jen stuurd. Dit ter info. We hopen dat et helpt, want dat is wel neudig. Hoort zegt het voort, ok dat is slimme neudig, en help zels ok aj’ mar even kunnen. Ondersteun waor aj’ dat de kommende tied mar kunnen.

Ok hebben wi’j van SONT een amendement an GruunLinks/PvdA stuurd, een amendement bi’j et perti’jpergramme. Steun et aj’ lid binnen van disse perti’j. Ze willen wel meer veur et Limburgs investeren, mar ’t Nedersaksisch wodt niet nuumd. Hielemaole onderan ziej’ wel wat d’r te doen is.

Aan de besturen en kandidaten van de partijen voor de komende Tweede Kamer-verkiezingen (november 2023),

Wij roepen hierbij uw partij nadrukkelijk op om met spoed de regionale talen Nedersaksisch en Limburgs met kracht te ondersteunen en te beschermen,  nadrukkelijker dan tot nu toe gebeurt, en om dat op te nemen in uw verkiezingsprogramma. Ons belangrijkste motief: versterking van het gebruik van Nedersaksisch en Limburgs is wenselijk om deze talen een herkenbare en eigentijdse plek te geven in de dagelijkse en bestuurlijke communicatie in de betrokken regio’s. Het gaat om talen die sinds mensenheugenis deel uitmaken van de Nederlandse cultuur. Terugloop van beide talen zou een aderlating betekenen. Versterking van beide talen is noodzakelijk om hun voortbestaan te borgen in hun regionale functie.  Deze sprong voorwaarts  is heel goed denkbaar, want er is de voorbije jaren een ingrijpende en positieve omslag geweest in de beeldvorming rondom  regionale identiteiten. Regio’s zijn essentieel in een nationale context en hebben een eigen en doorslaggevende functie in het betrekken van mensen in hun eigen omgeving en in hun dagelijks bestaan.  Deze omslag in beeldvorming zien we de laatste jaren terug in maatschappelijke discussies en de betrokkenheid van regionale groeperingen.

We vragen u de volgende drie passages in uw partijprogramma op te nemen:

1.      Onze partij wil in alle onderwijsvormen structureel onderwijs in Nedersaksisch en Limburgs realiseren, om de competenties in die beide talen te behouden, uit te breiden en te versterken. Dat onderwijs zal georganiseerd zijn in doorlopende leerlijnen, van uiterst jong tot volwassenheid, omdat inhoudelijke samenhang zo het best kan worden gegarandeerd. Dat zal aansluiten bij de huidige praktijk van het basisonderwijs.

2.      Onze partij wil een aanpassing van de AWB. In de taalgebieden van Nedersaksisch en Limburgs moeten beide talen vrij gebruikt kunnen worden in het bestuurlijk verkeer, zonder de huidige beperkingen. Ons tekstvoorstel (AWB, lid 2) is: ‘Provinciale en gemeentelijke overheden en onder hun verantwoordelijkheid werkzame personen mogen naast het Nederlands de in hun gebieden erkende regionale talen gebruiken’.

3.      Onze partij wil de bescherming van Nedersaksisch en Limburgs verankeren in de Grondwet, artikel 1, en wel door de volgende toevoeging: ‘Nederland beschermt en bevordert zijn regionale talen’.

Deze voorstellen passen goed in de huidige context waarin beide talen:

–        door de regering Nedersaksisch en Limburgs zijn erkend als een verrijking voor het Nederlands cultureel erfgoed ;

–        een sterk bindende kracht hebben in de regionale samenleving;

–        een extra positieve factor zijn in sociale, economische en culturele  contacten met personen en organisaties in aangrenzende Duitse en Belgische regio’s;

–        functioneren als vitaal communicatiemiddel in culturele uitwisselingen en in bestuurlijk verkeer voor het behoud van de regionale  cultuur en identiteit.

Nadere toelichting op de drie passages

bij 1. De afname in beheersing en gebruik is om te buigen in een toename door sterke positieve prikkels. Dat kan met name in het onderwijs: door versterking van de taalcompetenties en door het onderwijs te organiseren in doorlopende leerlijnen.

Volgens de huidige wetsformulering moet, alvorens men Nedersaksisch en Limburgs mag gebruiken, aangetoond worden dat het gebruik van de regionale taal doelmatiger is dan het gebruik van het Nederlands en dat derden niet onevenredig worden geschaad. Dit moeten aantonen werkt belemmerend. Het vrij mogen gebruiken van de eigen regionale taal moet vanzelfsprekend zijn.

bij 3

Vanaf de vroege jaren negentig hebben wij gewerkt aan de verbetering van de positie van Nedersaksisch en Limburgs. Ondanks de erkenningen lukt het ons niet dan met heel veel moeite om telkens weer gewenste verbeteringen op de agenda te krijgen. De kracht van de Grondwet kan helpen. Het moet gewenst en normaal zijn om aan het behoud van de regionale talen te werken. Verder vinden we het een principieel recht dat onze talen door de belangrijkste wet van het land worden beschermd.

Namens de Streektaalorganisaties Nedersaksisch Taalgebied (SONT):

                                            Hans Gerritsen, voorzitter

                                            Henk Bloemhoff, secretaris

Namens de Raod veur ’t Limburgs:

                                            Roeland van hout, voorzitter

                                            Ton van de Wijngaard, secretaris